Het geloof in reuzen
is zo oud als de mensheid; we komen ze dan ook in alle culturen tegen.
In de Middeleeuwen werkte de katholieke kerk mee aan de instandhouding
van de reuzenmythen, die nog uit de Keltische tijd stamden. Na de
kerstening liepen vele reuzen, vaak getransformeerd in een Goliath figuur,
mee in de processies.
Als in juni
1550 de Habsburgse monarch Karel V zijn zoon Philips II komt voorstellen
en de Maastrichtse bevolking ter
ere van hun komst een grote ommegang organiseert, wordt Maastricht ineens
geconfronteerd met een woeste reuzenverschijning van ruim 7 meter lengte,
rollende ogen, uitgedost in een Duits krijgerskostuum, uitgerust met een
hellebaard en kromzwaard en in een buidel twee poppen. |
Philips II bezoekt Maastricht.
Tekening van Ph. van Gulpen 1841.
Rechten berusten bij Stadsarchief Maastricht.
|
De Maastrichtse gilden ageerden hiermee
tegen het centralistische regime van Karel V. De buidel met twee kinderen
symboliseerde waarschijnlijk het feit dat de bevolking als het ware de
twee bestuurders, de Hertog van Brabant en de Prinsbisschop van Luik, “in
hun zak hadden”.
Zeker is dat deze “politieke” reus slechts
éénmaal gesignaleerd is. In 1968 werd pas voor het eerst
in een oud Spaans document een beschrijving gevonden van deze Reuzenfiguur.
Dat in 1550 daadwerkelijk een reus is verschenen is in 1994 in wetenschappelijke
zin vastgelegd in de dissertatie van dr. J.H.G. Geurts met de titel “Onsser
Stadt in sulken gedranghe”.
In 1968 is deze geschiedenis een
nieuw leven ingeblazen met de oprichting van de
Stichting Reuzengilde Gigantius
Maastricht. Gelet op deze historische betekenis is een saillant detail
dat Gigantius present was tijdens de Eurotop in Maastricht in 1981 en 1991.
Hij had toen echter géén politieke doelstelling. |
 |
|